Gebitsverzorging
Maar liefst 90% van de hondeneigenaren is zich bewust van het feit dat 80% van de honden vanaf drie jaar last krijgt van tandvleesproblemen.
Toch staat gebitsverzorging bij de meeste hondeneigenaren onder aan het lijstje als het gaat om verzorging van de hond.
De meeste mensen vinden het bij een pup niet nodig om tanden te poetsen en komen pas in actie als het te laat is.
Symptomen die je dan kunt tegenkomen zijn:
• Stank uit de bek
• Abnormaal speekselen, bloed, slijm, etter
• Gevoelig aan de kop of bek
• Over de grond schuren met de kop of met de poot over de kop vegen
• Afwijkend gedrag bij het eten en het drinken
• Soms uitwendig waarneembaar:
– Neusuitvloeiing
– Fistels
– Diktes rond de bek en op de neus
Doorsnede van een tand
De tand zit voor het grootste gedeelte stevig verankert in de kaak. De buitenzijde wordt gevormd door het glazuur, wat bij de hond een veel dunner laagje is dan bij de mens en door dentine. Het zichtbare deel van de tand wordt de kroon genoemd. Bij de overgang van zichtbaar gedeelte naar het gedeelte in de kaak heet het de hals. Dit gedeelte wordt omgeven door het tandvlees en het onzichtbare grootste gedeelte heet de wortel.
In de tand bevindt zich de pulpaholte waarin bloedvaten, lymphevaten en zenuwen lopen. Daar waar de tand het tandvlees raakt noemen we de pocket. Deze pocket moet mooi aansluiten aan de tand. Daar mag slechts een paar millimeter speling tussen zitten.
Het gebit van een pup bestaat uit 20 elementen en de formule is:
313
313
Deze formule geldt voor de helft van het gebit. De andere helft is uiteraard precies eender. Men schrijft altijd de rechter zijde van het gebit en je leest dan dus 3 snijtanden (incisivi) 1 hoektand (canini) en 3 kiezen (Praemolaren) Praemolaren wil zeggen dat het geen blijvende kiezen zijn. Deze worden Molaren genoemd. Hoewel het eerste kiesje achter de hoektand een Praemolaar is wisselt hij niet. We noemen dit een persisterende kies. De tandformule rekent dit kiesje niet mee omdat het kiesje pas laat verschijnt.
Bij de volwassen hond is de tandformule, wederom voor de rechterhelft van het gebit:
I C P M
3 1 4 2 De kiezen worden aangeduid met P1, P2, M1 enz.
Indien er een nieuwe tand doorkomt naast de melktand en deze niet uitvalt dan moet de melktand door de dierenarts verwijderd worden. Er mogen nooit twee tanden op één plaats zitten omdat het de stand van het gebit negatief beïnvloed.
Tanden en kiezen hebben één of meerdere wortels. Bij de hond is het heel lastig om een kies te trekken. Het moet onder algehele narcose wat op zich al een risico met zich mee brengt. De kies wordt eerst in stukken geboord en in gedeeltes uit de bek getrokken. De hoektanden worden in principe altijd gespaard omdat zij er voor zorgen dat de tong in de bek blijft.
Indien een tand breekt kan deze vaak gerepareerd worden. Het is in ieder geval raadzaam om naar de dierenarts te gaan wanneer de tand bloedt. Ook uitgevallen tanden kunnen soms teruggeplaatst en weer vastgezet worden. Spoel de tand niet af met water maar bewaar hem in een beetje melk!
Tandplaque
Doordat er in de pocket allerlei levende en dode bacteriën, calcium en fosfor uit het speeksel en voedselresten blijven steken ontstaat tandplaque daar als eerste. Aangezien bij de hond de speekselklieren zich achter in de bek bevinden vind je de meeste aanslag als eerste op de kiezen.
In dit stadium kan het gebit nog goed gereinigd worden, eventueel in combinatie met antibiotica om de tandvleesontsteking op te lossen.
Tandsteen
Het tandplaque wordt tandsteen wanneer er door het speeksel verkalking optreedt. Wederom zijn de kiezen achter in de bek het eerst aan de beurt. Door tandsteen gaat het tandvlees verder wijken en langzamerhand komt de kies bloot te liggen. Dit kan zeer desastreuze gevolgen hebben want eigenlijk is het een open wond in een gebied met veel bacteriën. Via deze open wond kunnen bacteriën gemakkelijk in de bloedbaan terecht komen en uitzaaien naar de longen, de lever, de nieren en het hart.
Om deze problemen te voorkomen hoeft u alleen maar regelmatig de tanden van de hond te poetsen. Hiervoor gebruikt u een speciale hondentandpasta omdat daar geen fluoride in zit. Bovendien vinden honden onze tandpasta niet zo lekker fris als wij vinden en prefereren zij een lekker kipsmaakje boven de mentholsmaak die humane tandpasta’s bevat. Met een speciale, lange, iets gebogen tandenborstel of een vingerborstel is het gebit gemakkelijk te poetsen.
Voor na de de poetsbeurt hebben wij diverse middelen die u in de bek kunt sprayen. Dit voorkomt mineralisatie van plaque door natrium-tripolyfosfaten die het calcium aan zich binden. Daarnaast kunt u uw hond dagelijks een cerea staafje, krokodil of tandenborsteltje of een dentastix geven. Ook dit materiaal beïnvloedt de mondflora door zink-sulfaat, eucalyptus en polyfenolen die de zwavelverbindingen binden zodat de hond geen slechte adem krijgt. Uiteraard kunt u ook geregeld lekker kauwbotje geven zodat door het schrapen langs de tanden deze mooi en schoon blijven.
Wilt u meer weten over tandenpoetsen bij honden en katten? Doe de Prins Bek-Check!
U kunt het formulier hier downloaden:
Vond u dit een nuttig artikel?
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!